Hoe Guy Manning persoonlijk is weet ik niet, maar als muzikant heeft hij in elk geval een enorme dadendrang. Het aantal albums dat de man sinds 1999 met de naar hem vernoemde band heeft gemaakt is niet meer op twee handen te tellen en als je daarbij de output van The Tangent nog eens optelt, heb je aan drie handen nog niet genoeg.
Mag het een onsje meer zijn? Te midden van alle optredens die het gevolg zijn van het succesvolle album “Number Ten” zijn in 2010 vier van zijn eerdere cd’s als remaster onder de naam “Tenth Anniversery Edition” verschenen, met als extraatje op elke cd een bonustrack. Het feit dat de originele albums niet of nauwelijks nog verkrijgbaar zijn legitimeert het bestaan van deze remasters, maar je dient wel te weten dat het hier gaat om cd’s in slechts een kartonnen hoesje zonder songteksten en verder artwork. Aan de andere kant vormen deze schijfjes wel een leuke inhaalslag voor hen die gecharmeerd zijn geraakt van de progressieve singer-songwritermuziek die Manning maakt.
Het remasteren werd gedaan door Andy Tillison. Dat was een voor de hand liggende zet, want de samenwerking met deze muziekmeneer loopt als een rode draad door de carrière van Guy Manning. We hebben hier dus vier handen op één buik. Als er één iemand is die de bedoelingen van Guy Manning perfect begrijpt dan is het Andy Tillison wel.
De remasters zijn leuke producten. Allereerst hebben we hier “Tall Stories For Small Children” uit 1999. Op dit onvolprezen debuut etaleert de man uit Leeds zich als een smaakvol muzikant. De muzikale randjes heeft hij niet bepaald opgezocht waardoor dit album bijzonder toegankelijk klinkt en het is juist deze voorzichtige benadering die “Tall Stories For Small Children” zo mooi heeft gemaakt. Er is een centrale rol voor de akoestische gitaar die veelal in slagmodus bespeeld wordt. Ondertussen hoor je Manning de sterren van zijn hemel zingen en ja, de man is op dit debuut vocaal op z’n sterkst. Onlosmakelijk verbonden met dit alles is de omlijsting van gitaar en zang. Niks is over de top en alles heeft sfeer, wat z’n bijdrage heeft aan het epische karakter van het album. Er zijn drie lange nummers die alle om en nabij het kwartier klokken en deze bevatten tal van prachtige momenten. Zo zitten er ondermeer mooie strijkersklanken van de toetsen in opener The Last Psalm en ook de elektrische gitaar en de fretloze bas zitten fraai in het arrangement. Dit nummer mag gelden als het meest proggy stuk van het album. De eerste helft van The Fall And Rise Of Abel Mann kent eveneens zulke indringende partijen, maar waar eigenlijk niet? De euforische gitaarsolo aan het eind van het zeventien minuten durende Holy Ireland is goed op maat. Hier is Manning wel iets teveel aan het knutselen geweest, terwijl juist het album tot dan toe goed gecomponeerd is. Het oosters getinte The Voyager en het intieme The Candyman zijn intense tracks en zelfs niemendalletjes als White Waters en Castaways hebben sfeer. We mogen blij zijn dat dit album weer verkrijgbaar is, niet zozeer vanwege de Jethro Tull-achtige bonustrack, maar omdat de muziek eeuwigheidswaarde verdient.
Opvolger “The Cure” uit 2000 is ook opgepoetst. Was op het debuutalbum het steekwoord nog sfeer, hier is dat absoluut creativiteit. Manning heeft zich een slag in de rondte gemacrameed met lekkere orgelpartijen, wulpse saxsolo’s, priemende gitaren, gedragen en puntige ritmes, geluidsfragmenten met stemmetjes, etherische klanken en natuurlijk lichtvoetige folk. Hij heeft dit alles tot een indrukwekkend geheel weten te smeden. “The Cure” is een conceptalbum vol pompeuze maar toch ook ingetogen prog met een donkere gloed. Als je nummers hoort als Domicile, Songs Of Faith of de lange titelsong kan je toch niet anders concluderen dan dat dit werkstuk z’n tweede kans dubbel en dwars verdient.
Van zowel “One Small Step” uit 2005 als “Songs From The Bilston House” uit 2007 staan uitgebreide recensies op onze site, dus op deze remasters zal ik niet diep ingaan. Een geheugenopfrissertje lijkt mij voldoende. “One Small Step” heeft naast vier vrij weinig verheffende songs een suite in acht delen te bieden die gebaseerd is op de akoestische gitaar. Deze 30 minuten durende epic die handelt over de relatie tussen mens en ruimte, laat duidelijk horen dat Manning beïnvloed is door o.a. Jethro Tull en The Moody Blues. Het is een aardig album, maar het verbleekt een beetje bij “Songs From The Bilston House”. De elf nummers daarvan hebben die muzikale vernuftigheid die een album zo speciaal maakt. Velen vinden dit met afstand het artistieke hoogtepunt van de man en ik vind dat ook.
Hoe Guy Manning persoonlijk is weet ik na het beluisteren van deze remasters nog steeds niet, maar ik weet nu wel dat achter zijn dadendrang een enorm veelzijdig, vakkundig en geïnspireerde muzikant schuil gaat.
Dick van der Heijde