Steven Wilson hoeft op deze site eigenlijk geen verdere introductie. Hij is natuurlijk bekend als frontman, oprichter en gitarist van Porcupine Tree, heeft daarnaast nog diverse nevenprojecten zoals No-Man, Bass Communion, I.E.M. en zijn samenwerkingsverband met Aviv Geffen in Blackfield. Tevens is hij een zeer getalenteerde producer voor diverse bands zoals Opeth, Anja Garbare en Anathema en heeft hij onder andere een aantal albums van King Crimson opnieuw gemixt. Het mag daarnaast ook duidelijk zijn dat Steven Wilson een zeer brede muzieksmaak heeft, hetgeen onder andere te zien is aan zijn zeer diverse playlists die hij wekelijks op zijn website plaatst. Al deze invloeden heeft hij weten te vangen in zijn tweede soloalbum “Grace For Drowning”.
Volgens Steven Wilson was zijn eerste album “Insurgentes” een belangrijke stap om iets nieuws te creëren en is de basis geweest voor dit tweede album. “Grace For Drowning” is echter veel extremer, controversiëler en experimenteler. Het album is na een eerste luisterbeurt geheel anders dan we gewend zijn, maar anderzijds is er ook een vorm van herkenning. Alle vormen van muziek, waaronder jazz, metal, klassieke muziek, psychedelische en symfonische rock, zijn op een eclectische wijze gemixt (n.b. eclectisch is het streven om verschillende stijlen te versmelten tot iets nieuws, het beste uitkiezend). Steven Wilson noemt het zelf een hommage aan de muziek uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig, zonder daarbij retro te klinken.
Het album opent rustig met het titelnummer, dat je op een rustgevende wijze in de mood brengt om de rest van het album door te kunnen nemen. Het tweede nummer Sectarian doorbreekt deze trance door er, na een rustige start, stevig in te gaan. Een metal begin, waarbij het opvallende zware gitaargeweld dat we gewend zijn van “Insurgentes” is vervangen door prachtig gearrangeerde strijkinstrumenten die eenzelfde distorted geluid kunnen voortbrengen. Het tweede deel van Sectarian is dan weer heerlijk rustgevend.
Steven Wilson maakt voor dit album gebruik van een paar echte jazzmuzikanten, die zeker een stempel op dit album leggen. Iets wat Wilson heeft meegekregen uit zijn mixing werk voor de King Crimson albums. Zo is er een prachtige saxofoonsolo op Remainder The Black Dog, veel vioolgeweld en improvisaties. Het middenstuk van No Part Of Me is hier ook een goed voorbeeld van met ritmische handenklap, distorded strijkinstrumenten, een piepende vioolsolo en stevig onderbouwd met heavy gitaar en drums.
De invloeden van Wilsons andere projecten zijn, zoals hierboven al aangegeven, duidelijk hoorbaar op “Grace For Drowning”. Postcard is een typisch Blackfield nummer dat zo op “Welcome To My DNA” had kunnen staan: dezelfde sfeer, melancholie en bijna hypnotische melodieuze stem van Steven Wilson die het nummer een meeslepende en zweverige sfeer geven. Belle De Jour is een rustig en ambient voortkabbelend nummer, dat de vergelijking met No-Man eenvoudig kan doorstaan. Bass Communion invloeden zijn onder andere aanwezig op het atmosferische intermezzo Raider Prelude. Een nummer dat overigens ook sterk doet denken aan Twilight Coda van “Insurgentes”. Remainder The Black Dog is zeker het mooiste nummer van de eerste cd. De liefde voor de experimentele muziek uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig, zoals ook bij zijn Incredible Expanding Mindfuck (I.E.M.) project, is hier het sterkst aanwezig. Een rustige opbouw die je in een psychedelische sfeer brengt, waarbij ik zelfs Raiders On The Storm invloeden ervaar. Het middenstuk van dit nummer is werkelijk adembenemend mooi. Een fluitsolo, die werkelijk door merg en been gaat, gevolgd door een zwaar distorted gitaarsolo, uitmondend in een jazzy jamsessie met een kakofonie aan geluiden en een reeks aan instrumenten.
Het absolute hoogtepunt van dit dubbelalbum is het ruim 23 minuten durende Raider II. Op de eerste cd werd dit nummer al ingeleid door Raider Prelude. Maar op de tweede cd wordt dit nummer op grandioze wijze verder uitgebouwd. Steven Wilson heeft al eerder filmmuziek willen schrijven, met name bij het album “Deadwing” heeft Wilson aangegeven dat hij dit nog ooit wil laten verfilmen. Ook bij “Grace For Drowning” heeft Wilson aangegeven dat er Ennio Morricone-achtige filmthema’s zijn verwerkt in zijn muziek. De filmproducent die dit nummer gaat gebruiken voor zijn film, trekt gegarandeerd volle zalen. Dit nummer bevat werkelijk alles wat je maar kunt verwachten, spanning, sensatie, heerlijk wegdromen bij sfeervolle rustige momenten, stevige bombastische arrangementen, prachtige koormuziek met piano-ondersteuning. Steven Wilson is hier vocaal ook erg sterk, je zou bijna denken dat je John Lennon van de Beatles hoort zingen. Maar ook invloeden van Pink Floyd, David Gilmour, Brian Eno, zijn vriend Robert Fripp, jazz, klassiek, heavy metal, ambient en een complexe eclectische keuze uit allerlei muziekstromingen is hoorbaar. En uiteindelijk is er een daverende bombastische finale, waarna er nog een epiloog volgt.
Op dit album werkt Steven Wilson samen met een keur uit de progressieve muziekwereld. Ten eerste is daar Nic France op drums en horen we Jordan Rudess regelmatig op piano en toetsen. Verder zijn daar Steve Hackett, Mike Outram en Sand Snowman die met een aantal gitaarsolo’s te bewonderen zijn op dit album en Tony Levin en Trey Gunn op basgitaar. Opvallende artiesten en daarmee ook een speciale sfeer aan het album meegevend zijn Theo Travis op saxofoon en fluit en Dave Stewart die alle strijkers en het koor arrangeert.
“Grace For Drowning” is een album geworden dat zeker niet toegankelijk is voor iedereen. Ik – die bij menigeen toch bekend staat als een echte Steven Wilson fan – heb er ook even over moeten doen om het album volledig te doorgronden. Maar het is zeker een groeier, die na elke luisterbeurt beter wordt en waarbij ik elke keer nieuwe muzikale elementen ontdek die geniaal zijn verstopt in de arrangementen. Dit album gaat zeker hoog eindigen in mijn jaarlijst.
Mario van Os