“Chameleon Shapeshifter” is het derde en laatste deel van een muzikale trilogie uit de koker van de Oekraïense muzikale duizendpoot Antony Kalugin. Een trilogie die hij in een jaar voltooide. Het eerste en tweede deel zijn respectievelijk “Marshmallow Moondust” en “Stellar Gardener”.
Dat Kalugin er een zeer hoge productie op na houdt is al sinds 2009 bekend. Getuigen zijn de inmiddels talloze albums van Sunchild, Karfagen, AKKO, AKP, Hoggwash en Modern Rock Ensemble. Zijn productiviteit als solo-artiest is een stuk lager. In 2005 bracht hij onder eigen naam zijn tot nu toe enige album “The Water” uit. Maar Kalugin is bezig aan een inhaalmanoeuvre waar alleen ons aller Max patent op heeft. Want van de pandemie-nood maakte hij een deugd. Noodgedwongen geïsoleerd en (vrijwillig) opgesloten in zijn studio in Kharkiv werkte hij aan deel een en twee van genoemde trilogie. Die hij volledig zelf componeerde, speelde, opnam en produceerde. Maar de versoepelingen drongen gelukkig ook door in zijn land. Daardoor werd het mogelijk om de trilogie te vervolmaken met andere muzikanten. Veelal trouwe muzikanten waarmee hij al lang samenwerkt. De vreugde en blijheid die dat teweeg bracht straalt in volle glorie van dit album af. Ik durf het zelfs een van zijn beste albums uit zijn carrière tot nu toe te noemen.
Albums sluiten vaak af met een ‘magnum opus’. Dit schijfje begint ermee. Chameleon heet deze compositie en klokt bijna twintig minuten. Het is een van de beste nummers die ik van Kalugin heb gehoord. Met veel dank aan meestergitarist Max Velychko. De man die zijn gitaar zo geweldig melodieus kan laten jubelen. Ik ben al jaren fan van deze gitarist, die onder de naam Inside The Sound zelf ook muziek uitbrengt. Ook de trouwe (blinde) kompaan op accordeon; Sergii Kovalov is weer van de partij. Maar het zijn toetsen die dit meesterwerk domineren. Enkel, dubbel- en zelfs in drie lagen komen ze voorbij. Gebundeld tot een ware symfonie. Als een streling voor je trommelvliezen. Waar Kalugin zich in enthousiasme nog wel eens verliest klopt hier alles. Sfeer- en tempowisselingen zijn goed gedoseerd, evenals de variatie in genres. Het mooiste voorbeeld daarvan zit halverwege, waar een intermezzo op piano een overgang inluidt naar een stuk jazz-fusion.
In Shapeshifter duikt – naast veel toetsenwerk – het gitaarspel van Velychko nadrukkelijker op. Op het eerste gehoor heeft zijn stijl wat weg van de gitaristen die bepalend zijn voor het Focus-geluid. Een ander hoogtepunt is Exceptional Chamel Ballard. De bijna acht minuten staan bol van variatie, muzikale hoogstandjes en klassieke invloeden. Ook horen we, zoals verspreid over het hele album, de woordloze zang van Kalugin’s echtgenote Olha Rostovska.
Na deze symfonische krachtpatserij wordt het met House On The Hill kleiner en intiemer. Akoestische gitaar en orkestrale synthesizers worden afgewisseld met fluit. Met name het fluitspel van Elena Kushyi zorgt voor een Keltische sfeer die doet denken aan de muziek van Michael Flatley (naast danser ook een begenadigd fluitist). Een uitbundige gitaarsolo van Max Velychko halverwege vormt de overgang naar een fraai akoestisch eind. Op Wonderous Glory wordt deze sfeer verder uitgewerkt.
Al vaker benoemde ik de zang van Kalugin als een zwak punt. Vooral veroorzaakt door zijn Oekraïense tongval. Op het Sunchild-album “Synesthesia” uit 2015 maakte hij eenmalig gebruik van een Engelse zanger (John Sleeper). Kennelijk beviel dat niet. Of doet hij het toch liever zelf. Evenals op het afsluitende Key, dat het enige vocale nummer is. Het is jammer dat hij zijn accent na al die jaren niet kan verbloemen. Naar mijn smaak had dit voor de rest geweldige album een beter einde verdiend.
Het artwork was in het verleden wel eens het ondergeschoven kindje, alhoewel ik het nooit lelijk vond. Sinds het laatste Sunchild-album “Messages From Afar – The Division And Illusion Of Time” heeft het artwork een kwaliteitsimpuls gekregen. Met dank aan de fantasierijke tekeningen van kunstenaar Igor Sokolskiy, waarvan de hoes van dit album een zeer fraai voorbeeld is.
Antony Kalugin heeft mijn verwachtingen met dit solo-album ruim overtroffen. Zeker na de in mijn beleving minder sprankelende voorgangers uit deze trilogie. Het album is een symbiose van alles wat Antony Kalugin tot nu toe in zijn carrière en onder verschillende namen heeft uitgebracht.