Als ik met één progartiest een soort van haat-liefdeverhouding heb, is dat wel Neal Morse. Al is haat wel fors aangezet, u voelt vast wel aan wat ik bedoel. Morse is een geweldige muzikant en componist, daar niet van. Maar hij brengt wel erg veel uit. Neem de “Joseph” musical. In mijn ogen was deel 1 wat teleurstellend, deel 2 was prima. Of “Troika” samen met Nick D’Virgilio en Ross Jennings. Het eerste album was fris en appellerend, de tweede leek veel te veel op het debuut, maar was dan qua songwriting minder. Zijn laatste plaat met The Resonance resoneerde helaas niet bij mij.
Maar om met de deur in huis te vallen: dat doet “Deep Water” zeker wel. Sterker nog: ik vind dit het sterkste album van Morse in zeer lange tijd. Daar is een aantal redenen voor aan te wijzen. In de eerste plaats klinkt het album zeer geïnspireerd. De muziek zit weer lekker helemaal in de jaren 70 vibe. En bovendien: er wordt gemusiceerd op een zeer hoog niveau. Bij tijd en wijle is het briljant. Morse heeft het blijkbaar nodig dat hij wordt uitgedaagd door muzikanten van een heel hoog niveau.
Cosmic Cathedral is een band waar het christelijke geloof een zeer prominente plek inneemt. Morse ontmoette Chester Thompson in 2024 na afloop van een concert van Steve Hackett. Daar ontstond het idee om samen te werken. De uitmuntende gitarist Phil Keaggy (zeer bekend in de gospelscene) en bassist Byron House (speelde bijvoorbeeld op de “Testimony”-plaat) completeren Cosmic Cathedral. De heren maken met “Deep Water” een plaat waar het (prog)plezier van afspat.
Een goed voorbeeld daarvan is de openingstrack The Heart of Life. Lekkere prog waar de jaren 70 nooit ver weg zijn. De heren muzikanten krijgen alle ruimte om groots uit te pakken, maar het blijft wel echt een song. Daar zorgen de catchy melodielijnen ook wel voor. Het nummer is zeker te vergelijken met het beste van The Neal Morse Band. De muziek klinkt fris én vertrouwd. Het tweede nummer is Time To Fly. Dit is relaxed, maar ook licht broeierig met een jazzy touch. Keaggy strooit met proggy solo’s. Het aanstekelijke refrein maakt het liedje af, plus de nodige Steely Dan referenties. Met I Wont Make It brengen de heren een gevoelige gospelsong in de beste traditie… ja van wie anders dan Neil Morse zelf.
De volgende fraaie song is Walking in Daylight. Deze keer niet met Morse op de lead vocals, maar Keaggy. In dit nummer is ook een hoofdrol weggelegd voor bassist House. Sowieso zet hij samen met Thompson een zeer overtuigende ritmesectie neer. Vaak bedrieglijk op de achtergrond maar tegelijkertijd zeer aanwezig. Alles blijft in dienst van ‘het liedje’.
Het sluitstuk van dit album is de suite Deep Water van ruim 37 minuten. Dit is een indrukwekkend stuk muziek dat bestaat uit tien delen. Deel 1, Introduction, brengt melodieën samen die de hele suite terugkomen. Deel 2, Launch Out, Pt. One, is een heerlijk nummer. Stevig, melodieus, toegankelijk met een gospelfeel.
Het derde deel Fires of the Sunrise is dan weer een fijn popliedje. Deel 4, Storm Surface, is prog van de bovenste plank met heerlijk gitaarwerk van Keaggy. Dit nummer loopt over in het uplifting Lauch Out, Pt Two. New Revelation is een meer dampend en swingend stukje muziek. Launch Out, Pt Three vormt de brug naar de finale The Door To Heaven. Dit is een typische Morse finale. Laat je alsjeblieft niet afschrikken door het ‘I sing for Jesus’-gehalte, als je dat al zou moeten doen. In dit slot komt alles samen wat Cosmic Cathedral zo goed maakt: echte prog, fraaie melodieën die bedrieglijk toegankelijk zijn en zeer goed gemusiceerd.
Dit alles maakt “Deep Water” een uitstekend album. De chemie tussen de heren smaakt naar meer. Maar wat wil je ook met zulke muzikanten en songwriters? Fris, symfonisch, overtuigend en met beide benen in de prog-traditie. Ik heb er weer eens een lang verhaal van gemaakt, maar ik kan het ook kort houden: dit is echt een uitstekend album!