Hoe langer een band actief is, des te intrigerender is de rode draad binnen het oeuvre. Zo komen de hoofdingrediënten van Paradise Lost- logge riffs, pakkende melodieën en sacrale toetsen- altijd weer naar boven. Evenwel benaderen de Britten hun stijl bij elke plaat weer net wat anders. Een livealbum is dan ook een goede aanleiding voor een muzikale dwarsdoorsnede.
De luisteraar mag een mooie greep uit de inmiddels extensieve discografie van deze band verwachten. De heren graven hierbij ver in het verleden. Zo treffen we onder meer het detig jaar oude Gothic aan. Daar waar het op plaat een dreigend, grommend arrangement kent, is het geluid hier opener, waardoor het gitaarspel mooi naar voren komt. Wel gaat de voortschrijdende droefenis van het origineel ietwat verloren. Een wat minder oude-bekende die opvalt is Requiem. De bombastische sfeer is behouden. Nog steeds wordt een indrukwekkende audiokathedraal opgetrokken, waarbinnen metal de mis opvoert. Desalniettemin klinkt de compositie hier net wat matter. Ach, in de vergelijking tussen studio en live is het dikwijls plussen en minnen tegen elkaar wegstrepen en in elk geval houdt elk van deze live-iteraties zich staande!
Drie nummers van het nieuwste album krijgen hier eveneens een plankendoop. Ghosts blijkt een mooie stamper te zijn die de energie hoog houdt en het is tevens aanleiding voor Waltteri Väyrynen op heerlijk ritmisch drumwerk te etaleren. Fall From Grace heeft een prettige massa die ook live overeind blijft. Sterker nog, deze versie voelt dynamischer aan. Het slepende Darker Thoughts fungeert tot slot als een contemplatieve afsluiter. Strijkertonen op de achtergrond onderstrepen de melancholie, waarna gitaren gruizig de wanhoop bevestigen. De studioversie klinkt weliswaar iets voller, maar deze intieme uitvoering vormt een emotionele mokerslag die het concert lang laat nadreunen.
Het toont ook een van de beste elementen van deze plaat: de opbouw is erg sterk. Zo begint de show ruig en raggend, om bij Faith Divides Us – Death Unites Us weer sonore droefheid te introduceren. Vervolgens passeren wat toegankelijke nummers de revue, zoals One Second. Gradueel wordt de spanning en dreiging weer opgebouwd, om slepend en emotioneel te eindigen. Het is een spanningsboog die de aandacht een goed uur vasthoudt.
De goede nummerkeuze en volgorde laten ons (bijna) vergeten dat de omstandigheden van dit concert onfortuinlijk zijn. Door de coronacrises moest de band immers schipperen om een live-ervaring te kunnen bieden. Paradise Lost kiest voor een thuiswedstrijd. Dit concert is opgenomen zonder publiek in een oude molen dichtbij Yorkshire. Mijns inziens een slimme keuze! Hoewel publiekinteractie hierdoor ontbreekt, levert het een relaxed en intiem concert op
“At The Mill” is een degelijk album dat spannend en ongedwongen klinkt, hoewel de band betere liveplaten heeft afgeleverd. Wel treffen we een mooie dwarsdoorsnede van de discografie van Paradise lost aan, alsook de vuurdoop van enkele nieuwe knallers. Derhalve is dit een release waaraan doom-metal liefhebbers zeker hun hart kunnen ophalen.