Een eerste indruk kun je maar één keer maken. Eind 2020 maakte ik kennis met de Zweedse band PreHistoric Animals. Hun album “The Magical Mystery Machine part 1” sloeg bij mij in als een bom en denderde op het laatste moment nog mijn jaarlijst in van dat jaar. Twee jaar later verscheen deel 2 en hoewel ik het een goede plaat vond en nog steeds vind, was het te veel van hetzelfde. Ik ben daarom verheugd om te melden dat PreHistoric Animals aan de ene kant hun sound hebben behouden, maar aan de andere kant hieraan een nieuwe dimensie hebben toegevoegd. En wat nog belangrijker is: de muziek klinkt weer fris en urgent. Progressieve rock, progressieve pop, jaren 80-invloeden en elektronica worden verder geïntegreerd in het geluid van PreHistoric Animals.
In dit album staan onwaarschijnlijke liefdesrelaties centraal. Het is bij tijd en wijle wat weird, maar het is wel op het puntje van je stoel muziek. Het is toegankelijk en toch lekker progressief. Het is stevig, maar niet te metalig.
De band trapt af met The City of my Dreams. Na wat elektronische geluiden, knalt de band uit de speakers met het geluid dat je kent van “The Magical Mystery Machine”: heavy prog met een alternatief randje. Het nummer heeft bovendien een ambientachtig gedeelte, dat goed past en een fijn rustpunt is. Al met al is het wel herkenbaar PreHistoric Animals.
Living in a World of a Bliss wordt gekenmerkt door een jaren 80-geluid, met name door de toetsen. Zie het als een kruising tussen Cloak and Dagger Man van Camel en Your Woman van White Town, en met een herkenbaar PreHistoric Animals-refrein. Unbreakable gaat op dezelfde voet verder, zij het wat donkerder, met een Twin Peaks-/X Files-achtig intro, voordat de heavy gitaren het nummer verder inkleuren. Het nummer heeft een beklemmende sfeer en dat bevalt me wel. He is Number 4 heeft weer die gejaagde vibe die deze band sowieso kenmerkt, met een sterk refrein bovendien.
PreHistoric Animals bewaart overigens het beste voor het laatst. The Secret Society of Goodness is lekker progressief én symfonisch. Hier zet de band echt stappen. Een fris geluid, waar de herkenbare elementen en elektronica met name een symfonisch karakter krijgen. Wat mij betreft leggen de Zweden met deze song het fundament voor verder werk.
Met het rustige Nothing Has Changed but Everything is Different nemen de prehistorische dieren afscheid. Een gedragen, melancholisch, haast kerstachtig nummer. Ook dit nummer is zwaar symfonisch. Compleet met Brian May (Queen) -achtige solo. Het nummer eindigt als een song van Sufjan Stevens op zijn kerst cd’s.
PreHistoric Animals maakt muziek die zowel toegankelijk als complex is; gelaagd en soms over the top; symfonisch, maar ook alternatief. Het bevreemdende thema van de nummers past daar dan ook weer bij. Plus, dat de songs soms nogal abrupt eindigen. Geen noot te veel wordt gespeeld. Mij bevalt dit allemaal wel. Wederom een sterke plaat van deze Scandinaviërs.