Onder de lezers van deze website zit een groot contingent liefhebbers van het hardere werk. Op dat werk plakten wij voorheen de tag ‘zware kost’. Omdat wij deze tag overboord gekieperd hebben, moet deze recensie van het derde album van Within Silence het doen met powermetal, progmetal en symfonische metal. En ja, het contingent liefhebbers mag alsnog opveren.
Within Silence werd in 2014 geformeerd in de Slowaakse stad Košice door zanger Martin Klein en gitarist Richard Germanus. Ze kennen elkaar sinds 2008, toen ze deel uitmaakten van de groep met de illustere naam Rightdoor. Met bassist Viktor Varga, drummer Peter Pleva en gitarist Majo Gonda werd de line-up van Within Silence gecompleteerd. Het vijftal debuteerde in 2015 met “Gallery Of Life”, waarna in 2017 opvolger “Return From The Shadows” werd uitgebracht. Albums die niet op onze radar verschenen. Het voorliggende derde schijfje “The Eclipse Of Worlds” deed dat wel, zoals je nu kunt lezen.
Met de bovengenoemde genres/tags ligt een vooroordeel op de loer. ‘Van hetzelfde laken een pak’,‘van dik hout zaagt men planken’ en ‘dertien in een dozijn’ spoken al snel in je hoofd rond nog voordat je een noot hebt gehoord. Weg met deze vooroordelen, want deze mannen kunnen er wat van. Het album telt immers negen goed opgebouwde en aanstekelijke nummers waar kracht (power) en melodie (symfonisch) samenkomen. Nee, vernieuwend is het niet en met uitzondering van het laatste nummer (waarover verderop meer) springt er geen nummer echt uit. Ook vocaal valt er weinig of niets op aan te merken, temeer Martin Klein gezegend is met een strot die een mix is van Bruce Dickinson en Geoff Tate.
Het album opent met Land Of Light, waar na een melodieuze intro gelijk de punten op de i worden gezet. Het is pakkend, klinkt aanstekelijk en heeft een positieve vibe. Een goed luisteraar bespeurt naast een gitaarsolo een korte solo op toetsen, waarvan de bespeler niet duidelijk is (al staat in het cd-boekje Jan Cvercko als arrangeur en componist). Kortom, een prima start. Een dominante en pompende bas staat centraal in Divine Power. De trein dendert op prettige wijze door en heeft met een razende gitaarsolo van Marian Gonda de nodige afwisseling. Ja, van dit werk word ik vrolijk.
Het titelnummer The Eclipse Of Worlds is een echte kuitenbijter. Met zeven minuten in een hogere versnelling, voorzien van een spervuur aan dubbele basdrum en de elastische stembanden van Klein is het kostje, als ware het Theocracy, voor de liefhebbers gekocht. In The Treason gaat het tempo nog iets verder omhoog en spat de energie uit de conussen van je speakers, niet in het minst door de flitsende en technisch hoogstaande gitaarsolo’s.
Op het juiste moment wordt op Storyline de voet van het gaspedaal gehaald. Het gitaarspel is melodieus en de sfeer doet vanwege de lage zang van Klein seconden denken aan Arena (periode Paul Manzi). De term ‘tranentrekker’ zweeft even door mijn bovenkamer. De opwellende tranen zijn snel verdwenen bij de muzikale power van Battle Hymn. De titel van dit strijdlied zegt voldoende: te paard, te paard, wij trekken ten strijde! Het korte The Broken Thorne is een klein pareltje waar niet continu wordt doorgeknald. Korte breaks met onder andere gitaar zorgen voor adempauzes. Dat kunstje herhalen de mannen in The Mist. Naast een afwisseling van viking- en powermetal gaat de stem van Klein de laagte in, wat bij mij goed bevalt. Dat moet hij dus vaker doen.
Met ruim twaalf minuten is When Worlds Collide de epische afsluiter van dit album. Binnen het genre waar de Slowaken zich ophouden mag je deze tijdspanne een uitdaging noemen. De twaalf minuten glijden aangenaam voorbij dankzij de nodige variatie en langer uitgesponnen (instrumentale) secties. Dit nummer zal zelfs de gemiddelde progger aanspreken. Het is daarom een waardig slot van een bovengemiddeld goed album. Wij blijven de Slowaken beslist volgen.